Verleden tijden Spaans

De Verleden tijden Spaans

Presente perfecto, Indefinido en Imperfecto

Welke verleden tijden zijn er in het Spaans en hoe kies je de juiste?

Als je op reis bent geweest in een Spaanstalig land of al een tijdje Spaans leert via Duolingo, dan weet je misschien dat er meerdere Spaanse verleden tijden zijn en je ze anders gebruikt dan in het Nederlands.

En als je het eindelijk onder de knie denkt te hebben, dan gebruiken ze het in Latijns-Amerika net weer anders dan in Spanje. In dit blog help ik je graag op weg met enkele basistips!

 

Tips:

– Het correct leren toepassen van de Spaanse verleden tijden is een proces en kost tijd. Geef jezelf die tijd.

– Leer de verleden tijden één voor één en liefst niet alle 3 tegelijk

– Stop met het letterlijk vertalen vanuit het Nederlands

– Pas de Spaanse gebruiksregels toe

– Leer per verleden tijd de Spaanse tijdsaanduidingen

 

De 3 belangrijkste Spaanse verleden tijden zijn:

(1) Presente Perfecto

(2) Indefinido

(3) Imperfecto

Ook heb je nog de (4) Pluscuamperfecto, daarover later een keer meer.

Presente Perfecto versus Indefinido

Voorbeelden Spaans van Spanje

  • Hoy he comido pizza.(Presente Perfecto)

Vandaag heb ik pizza gegeten.

  • Ayer comí pizza. (Indefinido) Gisteren heb ik pizza gegeten.

 

Bij beide zinnen vertel ik met een verleden tijd dat ik pizza heb gegeten. Bij zin 1 is dat in een tijdsperiode kort geleden/het recente verleden en gebruik ik daarom de Presente Perfecto.

 

Bij zin 2 is de actie (dat ik pizza heb gegeten) volledig afgesloten (ayer = gisteren) en gebruik ik de Indefinido.

In Latijns-Amerika nemen ze dit “pasado reciente” (recente verleden) niet zo nauw. Daar zou je ook zin 1 met een Indefinido kunnen horen. Dat maakt het gebruik en de keuze zo lastig, omdat je soms op Netflix of op reis andere voorbeelden tegenkomt dan dat jij hebt geleerd.

Presente perfecto versus indefinido

Otro ejemplo:

He estado muchas veces en España. Ik ben vaak in Spanje geweest.

 

he estado → Ik vertel hier over een ervaring die ik heb, zonder dat ik aangeef op welk concreet moment dit was: Presente Perfecto

 

El año pasado estuve en España. Vorig jaar was ik in Spanje.

 

estuve  → Ik vertel hier dat ik op een concreet moment in het verleden in Spanje was: Indefinido

indefinido versus imperfecto

Ook het verschil tussen de Spaanse Indefinido en de Imperfecto vinden cursisten lastig. Daarnaast is de Indefinido met zijn vele onregelmatige vormen een tijdrovend proces om te leren. Mijn advies: gewoon beginnen en tevreden te zijn met de kleine stappen die je maakt!

 

En of ze je wel verstaan als je de verkeerde tijd gebruikt? Vaak wel, alleen kan dat wat je vertelt net iets anders overkomen dan bedoeld.

 

Om af te sluiten nog een voorbeeld met de 3e Spaanse verleden tijd, de Imperfecto. Met deze tijd kun je o.a. vertellen over gewoontes, dingen die jij of iemand vroeger altijd deed:

 

Siempre iba a las fiestas de Juan. Ik ging altijd naar de feestjes van Juan.

 

Ook gebruik je de Imperfecto voor beschrijvingen in het verleden:

 

Laura era rubia y llevaba gafas. Laura was blond en droeg een bril.

Verleden tijden Spaans cursus

Wil jij een uitgebreide en gestructureerde uitleg van de 3 belangrijkste verleden tijden in het Spaans, met regelmatige en onregelmatige vormen, gebruiksregels, tijdsaanduidingen en een duidelijke samenvatting per tijd?

In mijn online videocursus “pasados” leg ik in 3 verschillende video’s deze 3 verleden tijden uit met gesproken en geschreven voorbeelden (€75). Deze cursus is vooral geschikt voor mensen die al wel wat weten van de verleden tijden, maar overzicht missen. Stuur mij gerust een berichtje voor meer info.

Ontvang nu de gratis pdf

met praktische Spaanse zinnen voor op reis.